Wie bouwt voor wie?
David had het voor elkaar: een paleis voor zichzelf en rust van zijn vijanden. Nu wilde hij iets terugdoen – een prachtige tempel bouwen voor God. Maar God draait de rollen compleet om: Hij gaat een huis voor David bouwen! Een verrassende wending die ook vandaag nog doorwerkt.
Want hoe vaak willen wij niet iets moois voor God neerzetten – in ons werk, gezin of kerk? Terwijl Hij degene is die bouwt, aan ons leven en door ons heen. Ontdek tijdens deze viering hoe bevrijdend die gedachte is: God is de Bouwer, wij mogen ontvangen en… meedoen! Wie bouwt voor wie?
In de viering denken we na over deze vragen. Van harte welkom! De viering wordt geleid door pastor Martijn. Ook vieren we deze zondag samen de Maaltijd van de Heer.

Over de serie
In de serie David: mens naar Gods hart volgen we de bekende koning David in de onbekendere verhalen. Hoe kunnen we leren van wat hij deed – of juist niet deed? En hoe spreken de dingen die hij meemaakt tot ons leven vandaag?
Informatie over de viering
De viering begint om 11.30 uur. Om 11.00 uur staat koffie, thee en fris klaar en is er gelegenheid voor ontmoeting. Je bent van harte welkom! Na afloop van de viering lunchen we samen. Neem je ook iets lekkers mee?
Collecte
In de collecte delen we van wat we ontvangen. Wil je iets geven? Dat kan makkelijk via onderstaande knop.
De viering vindt plaats in Speeltuin het Westen (Spaanseweg 38, 3028 HW Rotterdam). Als je met de auto komt, kun je beste parkeren bij de parkeerplaatsen onder de metrolijn. Als het daar vol is, kun je nog parkeren ter hoogte van Spaanseweg 8.
Wil je meer weten over geloven? Heb je een vraag over de kerk, een levensvraag of wil je gewoon even je hart luchten? Neem contact op met pastor Martijn of bekijk hier onze activiteiten waar je nog meer aan kunt haken.
Preek — Wie bouwt voor wie?
Deze week waren mijn podcasts op, zoals dat soms gaat. Ik heb er aantal die ik volg en vanaf allemaal waren er geen nieuwe afleveringen. Dan heb je twee keuzes: of je gaat een andere podcast luisteren waarvan je nog niet weet of het wat is – en dat pakt niet altijd lekker uit – of je kiest iets heel anders waarvan je wel weet dat het goed is. En zo kwam ik bij een magnifiek luisterboek van de Silmarillion, een verzameling vol prachtige mythen en legendes, geschreven door Tolkien, die ook Lord of the Rings en The Hobbit heeft geschreven. Als je nog eens een prachtig alternatief scheppingsverhaal wilt lezen, kan ik je dit aanraden, maar goed, ik noem dit omdat Tolkien – ik het weleens eerder genoemd – filoloog was: iemand die talen bestudeert, en maakt. Uiterst boeiend natuurlijk. Vind ik dan. Waarom? Omdat alles wat we denken, voelen, vinden, ervaren te maken heeft met taal. Welke woorden je gebruikt. En als iemand jouw taal spreekt – letterlijk of figuurlijk – voel je connectie of juist afstand. Dit werkt ergens ook zo in de kerk: als iemand jouw manieren van spreken over God deelt, jouw liederen (muzikale taal) waardeert, dezelfde woorden gebruikt als je vertelt wat geloven betekent, dan schept dat een band. En om dezelfde reden ontstaat er soms verwarring als we dezelfde woorden verschillend opvatten of uitleggen. Of niet nadenken over de woorden die we gebruiken. Zoals het woord waar het vandaag over gaat: bouwen.
Bij het woord ‘bouwen’ heb je wellicht allerlei associaties, zowel in onze doordeweekse dingen als in het geloof. We bouwen wat af in onze leventjes. We bouwen een huis of een extra kamer, een carrière of een bedrijf, een goed cv. En we bouwen vriendschappen op en reputaties, vermogen en pensioen, netwerk en zelfvertrouwen. We bouwen ons suf. En dan bouwen we meer rust in. Er is altijd wel iets op te tuigen. Ook in de kerk trouwens: we bouwen aan een sterk, puur geloof, aan mooie activiteiten, aan een inspirerende kerk, misschien bouwen we zelfs wel mee aan Gods koninkrijk? En dan zijn we zomaar een stap te ver. En dat is precies waar het over gaat vandaag.
Als je de verhalen over Jezus – de evangeliën – leest, dan merk je dat hij nooit spreekt over het maken of bouwen van Gods koninkrijk, of het groter maken of uitbreiden. In de evangeliën zijn de enige dingen die we met Gods koninkrijk doen: erop wachten, het zien, binnengaan, het zoeken, het ontvangen, het erven en verwonderd uitroepen dat het is gekomen. Met andere woorden, we zijn niet actief betrokken op dit koninkrijk. En dat is geen leuk punt om te maken in onze cultuur, omdat mensen graag het gevoel hebben dat ze een verschil kunnen maken. Ze willen iets bereiken, meebouwen. We houden er niet van dat het evangelie gaat over wat God gedaan heeft voor ons en niet over wat wij doen voor God. (En ik weet: natuurlijk hebben we een verantwoordelijkheid en worden we uitgenodigd of uitgedaagd om God en de wereld te dienen en al die dingen meer. Maar we zullen onze rol nooit begrijpen – en teleurstelling voorkomen – tenzij we begrijpen hoe Jezus hier spreekt.)
En daarin is David onze beschermheilige, zou je kunnen zeggen. Vreemd genoeg (maar net als wij) begint David als de persoon die God gewoon heeft uitgekozen. Hij werd niet gezalfd om wat hij had gedaan. Sterker nog, lange tijd was hij er juist goed om te wachten tot God dingen liet gebeuren. Maar nu heeft hij de geschiedenis naar zijn hand gezet. Hij heeft een hoofdstad gekozen, heeft de ark van het verbond daarheen laten brengen en nu wil hij er een mooi huis omheen zetten. En David schaamt zich er op een bijna grappige manier voor dat hij in een echt huis woont. Nu David gesetteld is, is het ook tijd dat er voor God een mooi huis komt.
‘Natuurlijk’ zegt de profeet Nathan, ‘Doe maar, want de Heer is met je.’ Ehm, pardon, wie is dat, vraag je je misschien af: komt er opeens een profeet uit de lucht vallen. Wie is Nathan? Een profeet blijkbaar die de koning adviseer. Maar de bekendste profeten uit de Bijbel – zoals Elia, Jesaja en Jeremia – zijn vaak onafhankelijk van de koning waar ze bij betrokken zijn. Dat is juist waarom ze er zijn: om het op te nemen tegen de koning. Dat lukt Nathan hier niet: hij verzekert David ervan dat God bij hem is zonder te vragen of dat zo is.
En dan, zoals dat alleen in de bijbel kan gaan, tikt God Nathan ’s nachts op de schouder. Of Nathan niet te snel ja had gezegd tegen David? En zou het niet handig geweest zijn om de nieuwe bewoner zelf te vragen naar eventuele wensen? Houdt God wel van huizen of is hij liever onderweg? Mensen – misschien wij ook wel – binden God graag vast, willen God onder controle houden. We willen niet dat God losloopt. We geven hem liever een vaste plek in ons leven, onze gedachten, onze verwachtingen. Maar God houdt ervan om los te zijn.
Een ander menselijk trekje van David is dat hij te graag het initiatief neemt. Hij is te proactief. Hij keert de relatie tussen God en mensen om. Hij wil een huis voor God bouwen; en God reageert op die verklaring door te vertellen dat hij voor David een huis zal bouwen. En het Hebreeuwse woord voor ‘huis’, beth (zoals Bethlehem of Bethel) betekent zowel een stenen huis als een huishouden, een nageslacht. En God gebruikt deze dubbele betekenis en draait Davids plan om. God zal ervoor zorgen dat Davids zoon hem op zal volgen, zodat deze zoon Davids plan kan vervullen en een huis voor God kan bouwen. Een huis waar God niet echt op zit te wachten. Net als koningen überhaupt. God wil het eigenlijk niet, maar geeft ons onze zin. En niet alleen dat, hij gaat verder dan dat. Het is iets waar je misschien snel langs leest, maar er gebeurt iets wezenlijks in dit verhaal.
‘Ik zal voor hem een vader zijn, en hij zal voor mij een zoon zijn.’ Hier is geen sprake van een verbondssluiting, maar God spreekt in termen van het adopteren van David’s opvolger in een vader-zoon-relatie. Dat betekent dat God hem nooit kan verstoten. Het is misschien wel vergelijkbaar met het verschil tussen moederschap en huwelijk. Je kunt ophouden echtgenoot te zijn, maar je kunt nooit ophouden moeder te zijn. Wat je kinderen ook doen, je kunt nooit ophouden moeder te zijn. Dat is waar het volk zich door de honderden jaren heen – waarin de opvolgers van David lang niet allemaal zo lekker bezig waren – aan vasthoudt: God laat ons niet los, want Hij is onze Vader. Wat er ook gebeurt, wat wij ook doen.
Geloof je het niet? Dan is dit een Vader die zijn eigen Zoon stuurt om te laten zien wat het betekent dat deze God onze Vader is. En deze Zoon is ook een nieuwe tempel, een plek waar God woont en vindbaar is. Maar niet in hokjes te stoppen, hoe mooi die hokjes ook zijn en klinken. Hij ging verder dan de dood om zich met ons te verbinden, en daardoor mogen wij delen in genade.
Daarom vieren we vandaag de Maaltijd van de Heer. Aan Zijn tafel hoeven we niets te bouwen of te presteren. We mogen simpelweg ontvangen wat God ons geeft: brood en wijn als tekenen van Zijn liefde. Aan die tafel mogen we even helemaal thuis zijn in het huis dat Hij voor ons gebouwd heeft – zijn familie. Laat je bouwwerken even los en geniet van wat God jou geeft. Amen.